Je had mij zo lief als het leven.
Toen ik dood moest gaan,
heb jij gezongen
zodat ik weer op zou staan.
Je hebt gebeden
tot een stem je zei: ‘Kom
en kijk niet achterom!
Ze woont hier beneden.’
Je geloofde het niet.
Jarenlang zong je mijn lied
voor de dieren in het woud.
Ook zij kregen het koud.
Op een blauwe Maandag
vroegen vrouwen je: ‘Waarom?’
Toen je niet antwoorden kon,
hakten ze je hoofd af
en zweeg je tong.
Maar je hebt niet lang geleden,
want deze keer
keek je niet achterom
en vond je mij hier beneden.
0 reacties:
Een reactie posten