Het mooiste stukje van mijn leven als Ophelia was mijn dood.
Ik zong liedjes over de liefde en de dood, soms ook liedjes die overal en nergens over gingen, nonsensicaal, zonder begin, zonder eind. Alsof ik mij niet meer herinnerde wat mij zoal was overkomen in dit leven.
Nu groeide schuin over de beek heen een wilg; zijn kruin weerspiegelde zich in het water. Op een dag, toen ik aan de bewaking was ontsnapt, kwam ik naar mijn geliefkoosde plekje bij de beek. Ik had kransen meegebracht, gemaakt van madeliefjes en van netels, van rozen en van distels.
Ik klom in de wilg om mijn krans in zijn top te hangen, en toen brak een tak af en stortte ik met mijn krans in het water. Een tijdje bleef ik op mijn kleren drijven, terwijl ik flarden van woorden uit oude wijsjes bleef zingen, als iemand die ongevoelig is voor haar eigen ondergang, of misschien ook als een wezen dat zich in het water in haar natuurlijke element voelt.
Tot mijn kleren, verzwaard door het water, mij en mijn melodieuze gezang naar beneden trokken, naar de zuigende modder.
Zo had Shakespeare ooit mijn einde als Ophelia beschreven. En zo gebeurde het ook.
En toen liep het pas echt uit de hand.
Ik zong liedjes over de liefde en de dood, soms ook liedjes die overal en nergens over gingen, nonsensicaal, zonder begin, zonder eind. Alsof ik mij niet meer herinnerde wat mij zoal was overkomen in dit leven.
Nu groeide schuin over de beek heen een wilg; zijn kruin weerspiegelde zich in het water. Op een dag, toen ik aan de bewaking was ontsnapt, kwam ik naar mijn geliefkoosde plekje bij de beek. Ik had kransen meegebracht, gemaakt van madeliefjes en van netels, van rozen en van distels.
Ik klom in de wilg om mijn krans in zijn top te hangen, en toen brak een tak af en stortte ik met mijn krans in het water. Een tijdje bleef ik op mijn kleren drijven, terwijl ik flarden van woorden uit oude wijsjes bleef zingen, als iemand die ongevoelig is voor haar eigen ondergang, of misschien ook als een wezen dat zich in het water in haar natuurlijke element voelt.
Tot mijn kleren, verzwaard door het water, mij en mijn melodieuze gezang naar beneden trokken, naar de zuigende modder.
Zo had Shakespeare ooit mijn einde als Ophelia beschreven. En zo gebeurde het ook.
En toen liep het pas echt uit de hand.
0 reacties:
Een reactie posten