En de wind waait
en een zwaard zwaait
en jij legt mijn hoofd in je schoot.
Maar uit mijn romp springen
nog tongen die zingen:
O God, O God, O God,
met uw kop op haar schavot.
En het zwaard zwaait
en de wind waait
mijn ledematen door het woud.
En uit mijn romp, die klomp
versteend verdriet,
weerklinkt nog steeds een lied.
en een zwaard zwaait
en jij legt mijn hoofd in je schoot.
Maar uit mijn romp springen
nog tongen die zingen:
O God, O God, O God,
met uw kop op haar schavot.
En het zwaard zwaait
en de wind waait
mijn ledematen door het woud.
En uit mijn romp, die klomp
versteend verdriet,
weerklinkt nog steeds een lied.
0 reacties:
Een reactie posten